Furor Teutonicus blog | over | volg | teuto | lyme | archief | doneer | todo
🕰️
  ⬩  
✍️ Evert Mouw
  ⬩  
⏱️ 13 min

Dicastocratie en de Trias in de multiculturele staat

Trekken rechters teveel politieke macht naar zich toe? De term dicastocratie, een heerschappij door de rechters, werd onlangs weer populair gemaakt door Paul Cliteur en Thierry Baudet, zoals op 12 nov. 2019 in een interview met GeenStijl over de terugkeer van IS strijders. Gaat de rechter een te politieke rol spelen? In dit artikel wordt ingegaan op de achtergrond daarvan. Aan bod komen de multiculturele staat, het globalisme, universele mensenrechten, internationale verdragen, en moderne elites. (Update: dicastocratie wordt ook, en vaker, als dikastokratie geschreven.)

Van cultuur naar wet

Voordat er een wet gemaakt wordt, moet er eerst overeenstemming zijn over de gezamenlijke culturele norm. Dit is het gemakkelijkst uit te leggen aan de hand van een voorbeeld:

RESULTAAT: In land A zal er een wet komen die het afhakken van de hand regelt, mits de diefstal overtuigend aangetoond is. Rechters doen uitspraken op basis van de wet. In land B komt ook een wet, echter nu leggen rechters een verplichte behandeling op aan dieven. In beide landen wordt de wet gevolgd en is er geen sprake van dat rechters, of het publiek, niet snappen hoe de wet toegepast moet worden. In beide landen genieten rechters respect. Dat staat los van de vraag of diefstal hiermee wel of niet effectief wordt bestreden. Waar het om gaat, is dat in beide landen de wet, en dus de rechterlijke uitspraken, de steun hebben van een grote meerderheid van de bevolking.

Eigenheid versus universaliteit

De culturele normen kunnen tussen verschillende culturen of landen enorm verschillen. Dat is het gevolg van verschillen in klimaat, landschap, historie, taal, religie, volksaard, enzovoorts. De eigenheid van veel culturen zorgt voor variatie in de wereld. Iedere cultuur is in deze visie uniek en heeft eigenheid.

Vanuit ’t idee dat mensen allemaal hetzelfde zijn, dat we dus universele normen hebben, is er gewerkt aan de universele verklaring van de rechten van de mens. Veel intellectuelen uit niet-Westerse landen stellen echter dat deze mensenrechten toch vooral Westers ingekleurd zijn.

De discussie tussen eigenheid en universaliteit is al zo oud als die tussen de Romantiek en de Verlichting. In het Westen hebben zowel de Verlichting als het Christendom universele aspiraties gekregen. De hele wereld kon verlicht worden, of bekeerd, of beide. Zulke universele aspiraties sluiten goed aan op de mondiaal dominante rol die het Westen lange tijd speelde. Cultuurhistorisch vindt ’t zijn bron in het Romeinse imperium, waar de Germaanse stammen en daarmee de Westerse cultuur de erfgenaam van zijn.

Door die mondiale en vaak koloniale activiteiten kwamen er ook veel mensen uit andere culturen te wonen in Westerse landen. Die brachten hun eigen cultuur mee. Nu het Westen weer een stapje terug moet doen zien we dat de universaliteit van de Westerse mensenrechten steeds meer betwist wordt. Ook worden de culturele minderheden steeds mondiger en steeds groter in aantal. Daarmee gaan we naar de staat die een multiculturele samenleving kent. Dat is dus geen ware natiestaat meer. De “natie” is de etnisch-culturele basis onder de staat, die eigenheid kent. De “staat” is de structuur daar bovenop, dikwijls inclusief de Trias, die zorgt voor grensbewaking, rechtspraak, politieke besluitvorming, en andere overheidsfuncties. In een multiculturele staat is er sprake van meerdere natiën binnen die staat. De eigenheid van de natiën komt daarmee onder druk te staan.

Multicultureel nogmaals bekeken

Bij een multiculturele staat leven dus meerdere culturen binnen hetzelfde rechtsstelsel. Dus ondanks de culturele verschillen moet er overeenstemming gevonden worden over de wetten. Laten we teruggaan naar ons eerdere voorbeeld. De landen A en B worden samengevoegd en de mensen gaan door elkaar wonen. Maar hun opvattingen blijven bij het oude. Hoe kun je hier een wet uit afleiden?

Immers, de helft van het land wil veroordeelde dieven geen hand afhakken, en de andere helft gelooft niet in therapie. Er moet dus een compromis komen. Maar als eigenlijk niemand in het midden zit, dan zal helemaal niemand houden van dat compromis. En als er wel mensen in het midden zijn, dan zijn er nog steeds veel mensen links en rechts daarvan die dat compromis maar waardeloos vinden.

Voor de duidelijkheid volgt een illustratie. De lijn stelt alle mensen voor in de samenleving.

    monocultuur
    <---*************--->
    (alle * willen hand afhakken;
     grote eensgezindheid)

    multicultuur
    <--@@@@@-------$$$$->
    (alle @ willen hand afhakken;
     alle $ willen therapie;
     geen eensgezindheid)

Op een democratische manier tot wetten komen is hier nogal lastig. Het zal een soort dictatuur van de meerderheid worden, maar dat geeft permanente frictie. Uiteindelijk zal de democratie zelf onder druk komen en wordt de roep groot om een sterke leider die boven de partijen staat. Het alternatief is een burgeroorlog of het opsplitsen van de samenleving in sub-samenlevingen, apartheid, regionale opdeling, of andere structuren die tegemoet komen aan de multiculturele situatie. Het parlement (de wetgevende macht) moet in deze situatie wetten maken die op steun van coalities kan rekenen. Als je een subgroep niet wilt schofferen, kun je zo’n wet maar het beste een beetje vaag houden. Dan blijft iedereen tevreden.

De rechter zal echter uitspraken moeten doen op basis van wetten. En wat krijgt hij? Steeds vagere wetten. Steeds minder eensluidende wensen uit de samenleving. Steeds minder consistentie. De rechter wordt gedwongen om zelf de wetten te gaan interpreteren. Wat de wetgevers van een multiculturele staat niet meer kunnen, zal de rechter moeten gaan doen. Daarmee krijgt de rechter een taak erbij.

Binnen de Trias is politieke macht verdeeld over de uitvoerende (executieve), wetgevende (parlementaire) en rechterlijke (juridische) sectoren. Ook rechters hebben dus politieke macht; dat zit in het ontwerp. Hierboven is uitgelegd hoe een multiculturele staat moeilijker tot breed gedragen wetten kan komen, waardoor de taak van de rechter groter wordt en daardoor ook politieker.

Globalisatie

Eerder al werden de universele aspiraties genoemd van de gedachte van de mensenrechten. Veel wetten komen nu tot stand via internationale verdragen en internationale organisaties. De gekozen volksvertegenwoordiging heeft daardoor een kleinere rol gekregen bij het tot stand brengen van de wetten. De rechter toetst nu immers ook op basis van internationale verdragen en internationale normen, die naar een universalistische interpretatie neigen.

Veel van deze internationale verdragen zijn zelf het resultaat van onderhandelingen tussen verschillende staten, die elk een eigen cultuur vertegenwoordigen. Internationale verdragen zijn inherent multicultureel. Alle gevolgen van multiculturele aard, hierboven genoemd voor de staat, treffen dus ook de internationale verdragen.

Het resultaat is wederom dat rechters zulke internationale wetten moeten interpreteren en toepassen op nationale situaties. Oftewel, dit is een politieke machtsvergroting van de rechter, ten koste van de wetgevende en uitvoerende macht.

Omdat de basis van deze rechterlijke macht niet bij het volk gevonden wordt, maar bij universalistische idealen en via de samenwerking met andere staten, is hier tevens sprake van een aantasting van de volkssoevereiniteit. Binnen het democratische natiestaat model komt hierdoor de legitimiteit van de wetten ter discussie te staan.

Zo heeft de Nederlandse bevolking (de volkssoeverein) in een referendum de Europese grondwet afgewezen. Via omwegen is veel van die Europese legale structuur toch geïmplementeerd. Inmiddels komt erg veel wetgeving van de EU, en worden zaken als stikstof via Europese regelingen gestuurd. Dat kan dan wel juridisch-technisch kloppen, maar kan niet zonder vraagtekens steunen op een volkssoevereine legitimatie.

De massa versus de elite

Om een stabiele elite te bewaren, die trouw is aan volk en land, is er in het verleden wel eens een Senaat ingesteld. Dat is naar het model van de Romeinen, die een onderscheid maakten tussen het volk en de senaat. In Engeland zie je dat in de vorm van de House of Lords, waar van oorsprong landadel en geestelijken in zaten. In Nederland was er een vergelijkbaar achterliggend idee voor wat betreft de Eerste Kamer. De massa heeft immers altijd meer stemmen dan de elite. Zo’n senaat is een middel om tot machtsevenwicht en machtenverdeling te komen.

Dat waren mooie en werkzame structuren, tot de komst van het sociale domein. Nu de overheid steeds meer privé-aangelegenheden stuurt, en de rol van media en ambtenaren vergroot is, bestaan er nieuwe machtsstructuren. Daar komt de invloed van multinationals dan nog eens bij. In deze nieuwe situatie ontstaan nieuwe kosmopolitische “elites” met eigen agenda’s.

Veel rechters voelen zich een onderdeel van die nieuwe elite. Ze moeten ook wel een beetje, omdat in een multiculturele staat de wet en de politiek steeds minder orde en duidelijkheid biedt. Het is dan prettig jezelf boven de partijen en culturen, en zelfs boven je eigen afkomst (natie, eigenheid, cultuur) verheven te voelen. Als rechter moet je ook boven de partijen staan. Het globalistische, universalistische model biedt rechters een ideale uitweg temidden van de multiculturele chaos.

Een waterhoofd

Het eindresultaat is een waterhoofd. Er ontstaat een rechterlijke en politiek-bestuurlijke elite die globalistische waarden nastreeft, die echter onvoldoende gelegitimeerd worden door de volkssoevereiniteit. Hieronder ontstaan multiculturele staten die steeds minder interne orde en eenheid kennen. Dat wordt gecompenseerd met een omvangrijk overheidsapparaat dat grotendeels in een eigen papieren werkelijkheid leeft, volledig gerationaliseerd maar ook onttoverd en dus zonder binding met de natie. Het behoeft enige nadruk dat het hier nieuwe elites betreft die niet, zoals de oude adel, gebonden zijn aan het land, of, zoals de geestelijken, aan de kern van de eigen cultuur. Deze nieuwe elites in het Westen zijn vaak postmodern en staan niet langer in de Traditie van het Westen. Ze zijn vervreemd en onvruchtbaar.

Gaat heen en vermenigvuldigt u

Oude religieuze idealen van het Westen verpakken een boodschap die ook voor niet-gelovigen aantrekkelijk is. De Bijbel nodigt uit om meer te vertrouwen op een eeuwige, rechtvaardige God, dan op menselijke creaties. En je moet kritisch blijven: “Aan de vrucht kent men de boom.” In Jungiaanse termen bezien houdt dat een vertrouwen in op de logica en het suprarationele. Nog ouder en authentieker zijn de Germaanse mythen, waarin een sjamaan-koning weet dat ie ooit zal sterven tijdens de godenschemering (Ragnarok) maar nu alvast een dodenleger verzamelt om er in ieder geval een mooie eindstrijd van te maken. Die ouwe éénogige sjamaan-koning werd Wodan, Odin of Woedan genoemd, en is met de kerstening samengegaan met Sinterklaas. Nu de Sint vandaag weer z’n intocht doet in het land leek het me wel een mooie dag om dit verhaal uit te typen en online te zetten.


Vragen & antwoorden

Een paar vragen die ik hier dezelfde dag nog op kreeg, en mijn antwoorden:

Ik hou van die plaatjes. Los daarvan zie je dat in de oude stelsels vaak voor legitimiteit teruggegrepen wordt op religieuze (stam)symboliek. Wodan was lange tijd de god of voorouder van adel en koningen in NW-Europa en een soort opper-rechter; maar zoals eronder staat, deed Wodan dat meestal niet zelf. Later zie je de kerstening en “bij de gratie Gods” opkomen. Het seculiere model is van later datum. Ik ben een liefhebber van oude mythologie en geschiedenis. Ook cultuurhistorisch en juridisch is dat niet te versmaden. Trefwoorden: translatio imperii, landsdag, althing; het zijn een beetje de ouwe wortels van ons staatsbestel. Maar ik moet mezelf stoppen 🙂

Het OM heeft discretionaire bevoegdheid en wordt in de praktijk niet democratisch gecontroleerd. Dat is nogal een probleem maar was voor mijn artikel out of scope, want het is een ander onderwerp. Het gedoe met het OM is m.i. een oude ontwerpfout. In de VS hebben ze grondwettelijke toetsing en een gekozen president die bij vacatures in de Supreme Court nieuwe opperrechters kan aanwijzen. Daar hebben ze m.i. net wat betere checks & balances.

Het klopt dat ’t in onze ogen vaak dictaturen zijn, maar dat is nog steeds een Westerse uitleg. Ik heb ergens nog een paper van een politicoloog uit China die niets moet hebben van de Westerse invulling van de mensenrechten. China kun je best een dictatuur noemen maar of hun regering wel of niet legitiem is, kun je zo niet beantwoorden; het lijkt erop (nadruk op lijkt) dat de meeste Chinezen het prima vinden. Kortom, welke wetten je wilt hebben en hoe je je land wilt regeren is cultureel gebonden, dat is nu juist het punt.

Je kunt niet éénzijdig rechters de schuld geven van vage wetten. In mijn artikel doe ik dat ook niet. Maar rechters hebben hier wel degelijk ook een eigen verantwoordelijkheid in, als deelnemer van de Trias. Politieke macht is in 3-en gedeeld (Trias). Het parlement (de wetgever) maakt er een chaos van, dat zeker. De rechter mag iets kritischer zijn daarop, in plaats van terug te vallen op vage en slecht gelegitimeerde concepten zoals internationale gewoonten.

De Trias betekent: politieke macht in 3-en splitsen. Ook de rechter heeft politieke macht (by design) in dit model. Het parlement is verantwoordelijk voor vage wetten; de rechter voor de toepassing ervan. Zie ook hierboven. Hoewel de rechter uiteindelijk verplicht is om tot een uitspraak te komen, zou dat ook kunnen zijn: “Hier kan ik niets mee, zoek het zelf maar uit of doe je werk beter en maak duidelijke wetten.”

Goede vraag. Dat doen de andere twee machten: machtenscheiding & evenwicht. Kritische Kamerleden, o.a., en met name ook de minister van Justitie. Uiteindelijk komt de legitimiteit van de volkssoeverein maar die kan per definitie niet op formele wijze zo’n controle uitvoeren. We hopen dan dat via verkiezingen die volkssoevereiniteit tot expressie komt. Dus bij een gebrekkige democratische legitimatie, zoals bij de EU, is dat nogal een probleem.

Voor je het weet kom je op een complottheorie uit, maar ik wil ook reageren op je terechte vraag. Zelf denk ik richting de overheidsorganen en bedrijven die gedijen bij een grote overheid, plus multinationals. Ik denk dat dit artikel een aardig beeld geeft: How the megacities of Europe stole a continent’s wealth door Julian Coman (2019).


Meer lezen?

Hieronder een paar linkjes naar eerdere artikelen van mijn hand die een relatie hebben met dit artikel.

De rechtspraak besteedt hij meestal uit. — Otto von Reinsberg-Düringsfeld: Das festliche Jahr in Sitten, Gebräuchen und Festen der germanischen Völker. Mit gegen 130 in den Text gedruckten Illustrationen, vielen Tonbildern u. s. w. Spamer, Leipzig 1863. Bayerische Staatsbibliothek München, Signatur: Germ.g. 390 w.

Bron: Wikimedia Commons

Reacties

✉ W. Kloosterhuis op 2020-01-14

dank voor een zeer realistisch verhaal!!!!


Deze blogpost werd in december 2022 overgezet van WordPress naar een methode gebaseerd op Markdown; het is mogelijk dat hierbij fouten of wijzigingen zijn ontstaan t.o.v. de originele blogpost.