Furor Teutonicus blog | over | volg | teuto | lyme | archief | doneer | todo
🕰️
  ⬩  
✍️ Evert Mouw
  ⬩  
⏱️ 4 min

Vervlakking en bevattingsvermogen

In iets niet bevatten kunnen zit het woord “vat”, een ding waar je iets in op kunt slaan. Als je vat klein is, kun je er weinig in doen; het kan dan weinig bevatten.

Als je weel wilt kunnen bevatten (begrijpen), dan moet je dus dat vat groter maken. Hoe doe je dat? Door je psychische ruimte te vergroten.

De psychische ruimte wordt gevormd door de reikwijdte waarop je tegenstellingen kunt bevatten. Neem bijvoorbeeld “warm” en “koud”. Iemand die op de noordpool en in de tropen geweest is, zal daar een ander beeld bij hebben dan iemand die nooit buiten een gematigd klimaat geweest is.

stadsmens:          binnen [warm] <-----> [koud] buiten
marinier:   tropen [warm] <--------------------> [koud] noordpool

Dus door veel mee te maken vergroot je de psychische ruimte. Maar je moet dan wel beide polen van een tegenstelling nemen om in balans te blijven.

Een belangrijke dualiteit is die van man en vrouw. Die zit immers in ons lichaam, en via het lichaam ook in onze emotionele en intellectuele modi. In veel mythen ontstaan bij het begin van de schepping de Grote Moeder (aarde) en de Grote Vader (hemel). Volgens Erich Neumann zorgen die twee voor je psychische ruimte. Als die twee zich splitsen komt er ruimte voor alles tussen hemel en aarde.

De Egyptische hemelgodin Nut omgeeft de mensen en rust op de aarde(god) Geb. Hier is de man-vrouw polariteit dus omgekeerd.

Bron: Greenfield Papyrus, Wikipedia

Je bevattingsvermogen is niet enkel rationeel. Je brein moet ook emotioneel in staat zijn om gedachten en inzichten toe te laten. Hoe groter je weerstand tegen sommige gedachten of opvattingen, hoe groter de moeite om die opvattingen te bevatten. Dat is vooral een probleem als je weerstand onbewust is, waardoor je echt een blinde vlek ontwikkeld. Bewuste weerstand is heel anders: dan bevat je het wel, maar je bent het met een opvatting niet eens.

De psychische ruimte gaat in meerdere dimensies. Dus x en y, horizontaal en verticaal. (We laten z of nog meer dimensies maar even weg.) Bijvoorbeeld zo:

        hemel
        vader
      abstract
          |
ratio     |       emotie
zoon <----+----> dochter
kracht    |         vorm
          |
      concreet
       moeder
        aarde

Je kunt nog veel meer indelingen maken. Maar het gaat hier om het idee. Hoe groter het oppervlak dat je bestrijkt, hoe groter je psychische ruimte of bevattingsvermogen. Als je zowel abstract als praktisch kunt denken, en zowel je logica als je gevoel kunt aanspreken, dan is je bewustzijn als het ware wat groter. Je hebt dan meer bewuste controle over de functies van je brein.

Vervlakking treedt op als je psychische ruimte afneemt. Bijvoorbeeld als je geen man-vrouw onderscheid meer kunt maken, of het vermogen verliest om in abstracte, soms zelfs mystieke termen de wereld waar te nemen.

Eenzijdigheid treedt op als je ongebelanceerd bent en alleen je ratio of alleen je emoties aan het woord laat. Dat is dus een soort gedeeltelijke vervlakking.

We zijn groepsdieren, dus onze psychische ruimte wordt voor een groot deel door onze cultuur en opvoeding bepaald. De genderneutrale trend, het gelijkheidsdenken, de opkomst van het denken zonder “oordeel” en “in het moment”, de dood van God, en de opkomst van het sociale domein ten koste van de politieke en private domeinen (naar Hannah Arendt); het zijn mogelijk aanwijzingen dat we in een tijd van vervlakking leven. Immers al deze voorbeelden houden in dat de polariteit of dualiteit in het denken kleiner wordt. Psychische ruimte ontstaat doordat iemand twee tegenstellingen gelijktijdig bewust kan bevatten; het verlies van dat vermogen is een vorm van regressie naar de “oeroboros”, het stadium waarin het bewustzijn nog niet gedifferentieerd is.

Als het bewustzijn wel een grotere psychische ruimte heeft, kan het behalve in het moment gelijktijdig ook van het verleden en de toekomst bewust zijn. Het kan dan zowel logische als gevoelsmatige argumenten gelijktijdig gebruiken. Het kan dan ergens een oordeel over hebben zonder zichzelf met dat oordeel te identificeren. Kortom, het omspant dan een grotere ruimte.

Het ontwikkelen van die capaciteit kost veel tijd en energie (libido). Een te grote psychische ruimte onderhouden kan als risico hebben dat het teveel energie verbruikt en er geen goede focus meer mogelijk is. Het vasthouden van die ruimte vraagt dus af en toe wat afzondering en rust, weg van afleidingen en korte prikkels; of misschien vraagt het af en toe een tijdelijke terugtrekking naar een kleinere psychische ruimte.

Of de huidige kosmopolitische cultuur nog wel voldoende psychische ruimte kan vasthouden is nog maar de vraag. De dalende vruchtbaarheid en de depolariserende geslachtelijke verhoudingen gaan samen op, samen met het verdwijnen van de rol van de grootmoeder en grootvader, en het niet langer kunnen verdedigen van de eigen culturele structuren. De politieke heldenrol die tienermeisjes nu toebedeeld krijgen wijst op infantilisering. Mogelijk is die infantilisering ook deels het gevolg van de moderne samenleving die goed in staat is mensen te beschermen; je hoeft minder zelf na te denken om te overleven, en je krijgt ook minder ruimte daartoe omdat de samenleving (het sociale domein) een steeds grotere invloed krijgt op het leven van mensen. Dat bevat in zichzelf het risico dat de cultuur ineenstort, waarbij veel zekerheden en de als vanzelfsprekend gevoelde veiligheid in het gedrang komen.


Deze blogpost werd in december 2022 overgezet van WordPress naar een methode gebaseerd op Markdown; het is mogelijk dat hierbij fouten of wijzigingen zijn ontstaan t.o.v. de originele blogpost.