Furor Teutonicus blog | over | volg | teuto | lyme | archief | doneer | todo
🕰️
  ⬩  
✍️ Evert Mouw
  ⬩  
⏱️ 14 min

Reuring rond De Stikstoffuik

Arnout Jaspers heeft het gepresteerd met zijn boek “De Stikstoffuik”: Woeste linkse ecologen en activisten (pot nat), een begrijpelijk verhaal over complexe materie, en een hoop reuring. Mijn reactie op dit boek wil ik graag delen met hen die dit boek al gelezen hebben. Dat zijn er velen. Om maar meteen met de deur in huis te vallen; dit zijn volgens mij de goede en matige punten aan het boek:

Goed

  • Heldere, prettig leesbare uitleg van complexe materie, zonder het simplistisch te maken.
  • De lezer krijgt gevoel voor hoe de verschillende onderdelen van de puzzel in elkaar steken.
  • Noodzakelijke politieke keuzes worden helder gemaakt en niet ontweken.
  • Aandacht voor zowel getallen als voor ideologie.
  • Duidelijke infographics.
  • Feitelijk juist.

Matig

  • Geen index. Dat maakt opzoeken lastig.
  • De referenties hadden beter gekund; ook lijken referenties en/of deskundigen en publicaties te ontbreken.
  • Weinig systematische beleidsanalyse, terwijl het boek wel beleid als (deel)thema heeft.
  • Aan “de andere kant van het verhaal”, waarom we wel bepaalde (wens)natuur moeten behouden, wordt geen aandacht geschonken. Het boek weet niet te verbinden.

Ik heb al teveel geschreven en gedaan rond het stikstofdossier en het is wel een keer klaar. Eigenlijk was ik van plan het boek niet te lezen. Maar het boek weet zo goed de discussie te stimuleren dat ik toch wel benieuwd werd. Kortom, besteld en gelezen; en deze reactie op het boek is deels een recensie, en deels een respons op basis van mijn eerdere bemoeienissen met het stikstofdossier.

Natuurverwoesters

Jaspers zet natuurbeschermers neer als waren ze een soort natuurverwoesters:

Nederlandse natuurbeheerders interpreteren het streven naar een goede staat van instandhouding zeer radicaal. Herstel van een goede staat van instandhouding kan zo ver gaan, dat een Natura2000-gebied meters diep wordt afgegraven en onder water gezet om daar een habitat te creëren dat daar ooit, zeg rond 1900, bestaan heeft. (p.50)

Hier heeft Jaspers gelijk. Als je duizenden hectares bos omzaagt en de grond afgraaft om je wensnatuur te realiseren ben je een heel bijzondere natuurbeschermer. Vraag is dan wat de achterliggende motieven zijn – financieel, ideologisch of beide.

Het is jammer dat hij eerdere publicaties op dit vlak niet noemt, zelfs niet bij de referenties. De naam Rob Bijlsma komt in het boek niet voor. Bijlsma, en ook anderen zoals Rob Chrispijn en Maria Quist, heb ik in mijn stukken genoemd omdat ze nu juist dit thema zo goed onder de aandacht gebracht hebben. Bijlsma heeft de afgelopen twee jaar bekendheid gekregen door zijn kritiek op het Nederlandse natuurbeheer, nadat hij daar een boek over schreef met een indrukwekkende hoeveelheid noten en referenties; iets waar Jaspers een voorbeeld aan kan nemen.

De beheerders zijn een kruistocht tegen de bestaande natuur begonnen, daarin gesteund door scheepsladingen geld en een oeverloze brij van flutrapportjes. Een werkverschaffingsproject van megalomane omvang. Deze jongens pakken het grondig aan. Overal klinkt geronk en gezaag. Elke dag een snipperdag, zoals de houtsnipperaars op hun machine hebben laten aanbrengen als leuze. Hoezo saai, die natuur. (Uit Het achterbakse bos, in Kerken van goud, dominees van hout, Rob Bijlsma, 2021.)

In mijn stikstofrapport van februari 2020 kon ik Bijlsma niet noemen – zijn boek zou in 2021 verschijnen – maar ik refereerde in de bijlage “Maakbare natuur” aan twee vergelijkbare geluiden:

Deze critici van het huidige natuurbeheer komen zelf uit de hoek van natuurliefhebbers en -organisaties. Gezien de minimale “touch” die Jaspers in zijn boek toont met die wereld, verbaast het me ook niet helemaal dat hij deze mensen niet noemt of refereert. Toch komen juist ook in die wereld mensen voor die liever natuur dan wensnatuur zien.

Wensnatuur

Vanaf het begin tot het eind van het boek gebruikt Jaspers consequent het woord wensnatuur. Waar komt dat woord vandaan? Een zoektocht op Twitter en Google levert nogal wat hits op. Op 24 aug. 2022 gebruikt columnist Leon de Winter de term in zijn column Alles moet wijken voor wensnatuur. Ecoloog en Trouw-columnist Patrick Jansen maakte recent zelfs nog een variant erop, wensboerennatuur.

Ikzelf was, vermoed ik, de eerste die het woord gebruikte op het internet. Mijn blogpost Van heide en boeren naar stikstof en wensnatuur van december 2019 werd veel gelezen. Ik had het woord zelf bedacht, maar ontdekte later dat het woord veel eerder al wel in papieren vorm gebruikt was. Na mijn blogpost, die ook aanleiding gaf tot een interview bij Hulleman, ging het hard met de populariteit van de term “wensnatuur”. Jaspers refereert er niet naar (maar ik bevind me in goed gezelschap).

Mijn moeder op de heide.

Veluwse heide, dat is wensnatuur. Geen natuur. Van mijn vader leerde ik dat het cultuurgrond is; boerengrond, in feite. Honderden jaren lang, ik weet niet eens hoe lang, hadden mijn voorvaderen schapen, en velen waren ook bosrichter of maalmeester (lokaal bestuurder). Het hele verhaal staat in de genoemde blogpost en het interview. De vrije boeren en herders moesten plaats maken voor de moderniteit en dat werd, zoals door Wierd Duk in de Telegraaf opgetekend, het Einde van een herdersgeslacht.

De heidevelden op de Veluwe mogen dan geen natuur zijn; dat wil niet zeggen dat ze zonder cultuurhistorische waarde zijn. Bovendien zijn ze prachtig. Ik wandel graag over de heide, soms mijmerend over verloren gegane tijden en ervaringswerelden die voor de moderne mens niet meer toegankelijk zijn. Dus waar Arnout “mijn” woord wensnatuur wellicht wat enthousiast overgenomen heeft, zie ik graag een volledige overname; ja, het is schamperend bedoeld, maar tegelijk zit er toch ook wat romantiek in het woord, verlangen zelfs…

Boerengrond is wensnatuur geworden en boeren zijn niet meer welkom. Zowel de (vee)boeren rondom en op de Veluwe als de Veluwse heidevelden zijn een monument; beide zijn ingebed in het landschap, in de streekverhalen, in de cultuur, en ja in de natuur. Hoe dit nu tegen elkaar uitgespeeld wordt is bijzonder spijtig. Er is m.i. weinig reden die boeren op de Veluwe weg te jagen; wil je de heide bewaren, dan zal het beheer echt anders moeten. Want als je de natuur een kans geeft, dan veranderen de heidevelden weer in natuur. En het is juist het evenwicht tussen boeren, mensen, cultuurgrond (heide) en natuur (wilde bossen) dat de Veluwe maakt tot wat het is.

Interessant is de bespreking van Wouter de Heij die getalsmatig onderbouwt hoeveel we zouden kunnen winnen door meer schapen op de heide te plaatsen. Dat brengt de wensboerennatuur van Patrick Jansen (wiens opvattingen doorgaans anders zijn dan de mijne) toch wel wat in beeld.

Dat element kwam voor mijn gevoel in het boek van Jaspers onvoldoende tot uitwerking. Ik mis het ook bij veel ecologen en de meeste natuurclubs. Zo komen we niet tot wensboerennatuur. Bij vereniging Het Edelhert wil nog wel eens wat realisme bestaan over de noodzaak van beheer (jacht); die vereniging waarschuwde ook vroegtijdig voor het drama bij de Oostvaardersplassen (OVP). De in Nederland dominante mainstream van ecologen en natuurbeheerders waren verantwoordelijk voor het OVP-drama; hun manier van denken en werken is, vrees ik, nog niet wezenlijk veranderd. Een positieve, op integratie gerichte natuurclub is de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap.

Infographics

Een compliment verdienen de infographics die in het boek zijn opgenomen. Hieronder zie je bijvoorbeeld hoe het gaat met de biodiversiteit – een veelgehoord woord in het publieke debat. Rob Bijlsma maakte in zijn boek al gehakt van habitattypen en biodiversiteit (in het boek van Jaspers geen referentie…), maar Jaspers komt gewoon met harde cijfers uit wederom onverdachte hoek.

Biodiversiteit volgens de Living Planet Index; infograpic in De Stikstoffuik.

Korstmossen

Kritiek komt van Lukas van der Storm (Trouw, 15 april 2023) op het gebruik van de Living Planet Index (LPI), die gewervelden telt, om biodiversiteit te meten. Hij stelt dat juist paddenstoelen, planten, mossen, korstmossen, insecten en bodemdieren door stikstof achteruitgaan.

Met korstmossen die gevoelig zijn voor NH3 (boerenstikstof) gaat het juist heel goed. Dat blijkt uit onderzoek van Kok van Herk. Dat bespreek ik ook in mijn Open brief aan Remkes.

Korstmossen hebben steeds minder te lijden onder agrarische stikstofuitstoot.

Kortom, bij het verhaal van Lukas van der Storm heb ik wel wat vraagtekens. In zijn boek noemt Jaspers dit onderzoek van Kok van Herk naar korstmossen niet. Het lijkt bij bijna iedereen een blinde vlek – zo druk zijn we allemaal bezig met rekenmodellen, zelfs als we dat eigenlijk niet willen.

Toevoeging: Sander Turnhout reageerde op Twitter met een link naar een draadje waarin hij uitleg geeft over de Living Planet Index.

LPI; een draadje.

Kritische depositiewaarden; waar is Jaap Hanekamp?

In het boek worden de zgn. kritische depositiewaarden (KDW’s) goed uitgelegd. Daar heb ik inhoudelijk niets aan toe te voegen of over op te merken. Wel denk ik dat het goed is eerdere publicaties en media-aandacht hiervoor toch onder de aandacht te brengen.

Chemicus Jaap Hanekamp was lid van de commissie Hordijk (de stikstofcommissie, ingesteld door de regering, die naar het stikstof rekenmodel moest kijken) en heeft op zijn weblog heel wat artikelen geplaatst. Over KDW’s heeft hij een zgn. position paper ingediend t.b.v. een rondetafelgesprek voor Kamerleden (de Nederlandse politiek spreekt graag Engels). Daarnaast sprak hij bij Blckbx. In het boek van Jaspers wordt hieraan niet gerefereerd, maar ik denk dat het wel nuttig kan zijn om hier kennis van te hebben. Dus bij deze:

Verder worden Han Lindeboom en Agrifacts / Mesdagfonds wel genoemd, maar Geesje Rotgers en Richard Zijlstra worden niet bij naam genoemd; laatstgenoemde twee zijn bekend om vele publicaties rondom stikstof, waaronder over het rekenmodel in relatie tot KDW’s.

Van later datum, en dus niet in het boek, maar wel interessant nu we het er toch over hebben, is deze opmerking van Wouter de Heij over KDW’s en DEPAC:

OPS (en dus Aerius) werkt met DEPAC.

Beleidsgeschiktheid

Dat het Aerius (OPS) rekenmodel ongeschikt was voor lokale vergunningsverlening en lokaal beleid was niet als eerste door de cie Hordijk vastgesteld; in hun eerste rapport waren ze daar ook nog niet van overtuigd. Een systematisch onderzoek daarnaar, inclusief Harvard criteria, werd door mij uitgevoerd. Het stikstof kwam na een rechterlijke uitspraak beschikbaar en wekte mijn interesse. Als politicoloog en als medisch informaticus, en als zoon van schaapherders, kon ik drie dingen bij elkaar brengen: beleid, rekenmodel, en natuur.

Het resultaat van mijn onderzoek heb ik vormgegeven in mijn stikstofrapport dat wederom goed gelezen werd en o.a. aandacht kreeg van GeenStijl en ON!, met nog een factcheck van het RIVM. Dat Jaspers hiernaar niet refereert is in lijn met andere omissies, maar een consequentie daarvan is dat hij daardoor ook niet systematisch beleidsmatige criteria beschouwt in zijn boek.

In het boek De Stikstoffuik wordt vooral gekeken naar tastbare zaken die Jaspers als natuurwetenschapper goed kan uitleggen. Daar valt ook echt iets voor te zeggen; beleid raakt al snel losgezongen van de werkelijkheid. Echter op de achterkant van het boek wordt gesteld dat Jaspers “de absurditeit van het beleid” aantoont en dat het boek ook gelezen zou moeten worden door “zeker elke politicus of politiek geïnteresseerde”.

Transparant beleid is nodig voor open democratieën in het informatietijdperk; het stikstofbeleid voldeed daar niet aan.

Snippers natuurgebied uitfaseren

Dat de feiten zoals die er liggen – juridisch en natuurwetenschappelijk – logischerwijs leiden tot het afstoten van een aantal kleine snippers Natura-2000 (N2k) gebied, dat ben ik met Jaspers eens. Al in mijn stikstofrapport stelde ik in mijn eindadvies: “Nederland kan niet stil blijven staan. De regering zou er goed aan doen om aan de Europese Commissie te verzoeken een flink aantal kleine Natura 2000 gebieden te schrappen.” Dat volgde logischerwijs uit mijn analyse, maar veel lezers zagen dit als een soort persoonlijke opinie die ineens uit de lucht kwam vallen. Nou, dat kwam dus helemaal niet uit de lucht vallen.

Ook bij Jaspers zie ik een goede opbouw van feiten en logica die tot dezelfde conclusie leiden. Weer opnieuw zullen critici met vermoedelijk zo hun eigen ideologie en belangen gaan doen alsof hun neus bloedt. Maar er valt niet aan te ontkomen; de situatie is totaal onwerkbaar, terwijl de natuurwinst nihil is bij het aanhouden van niet-levensvatbare N2k-snippers.

Jaspers legt dit duidelijk, rustig en stevig uit, in de wetenschap dat zoiets op veel weerstand kan rekenen. Daar prijs ik hem voor, want ook al is het de moeilijke weg, het is wel een noodzakelijke weg, wil de samenleving hieruit komen zonder sociaal en economisch vast te lopen en toch met behoud van levensvatbare stukken Natura-2000.

Dit heeft elementen van een zero-sum game situatie waarin de kaasschaaf van de polder niet zo goed werkt. Politieke keuzes tussen immigratie, natuur, economie… Genoeg buskruit zeg maar.

Vele reacties

Vele anderen hebben al gereageerd op het boek van Jaspers. Een gelegenheidsselectie:

Interessante tweets over dit thema zijn regelmatig te vinden bij o.a. Arnout Jaspers, Wouter de Heij, Patrick Jansen, Maarten Keulemans, Maaike van Charante, Syp Wynia, Ronald Plasterk, Han Lindeboom, Rutger van den Noort, Geesje Rotgers, Sander Turnhout en Lukas van der Storm. Hopelijk ben ik niet teveel mensen vergeten!

Toevoeging: ook Graangeluk en Franciska de Vries zijn voor Twitteraars een volgtip! Verder zijn de artikelen van Nicolaas Gerrits op Foodlog zeker de moeite waard.

Ronduit amusant zijn de vele boze reacties en gekleurde recensies. Op de feitelijke inhoud van het boek is weinig aan te merken. En doodzwijgen lukt ook al niet. Daarom wordt de schrijver persoonlijk aangevallen, worden afleidingsmanoeuvres ingezet, en worden de toon en stijl bekritiseerd. Kortom, Jaspers heeft raak geschoten.

Waar de kritiek vandaan komt

Mijn kritiek op het boek betreft o.m. het ontbreken van referenties, namen en een index. Eigenlijk is mijn kritiek misplaatst, omdat De Stikstoffuik duidelijk een populair-wetenschappelijke insteek heeft, met als doel complexe materie inzichtelijk te maken voor een breed publiek. Het boek is niet geschreven als onderdeel van een debat tussen deskundigen en beleidsmakers onderling.

Waar harde kritiek van Rob Bijlsma toch nog acceptabel is in het eco-milieu – hij is wel oprecht natuurliefhebber, en zijn kritiek is met studies, referenties, waarnemingen en zelfkritiek doorspekt – wordt de kritiek van Jaspers wellicht als niet-academisch ervaren door mensen die gewend zijn een academisch debat te voeren. Ook al zijn de feiten bij Jaspers wel in goede handen. De reacties zijn dan ook vaak non-academisch van aard; niet de feiten maar “het verhaal” of zelfs de boodschapper worden aangevallen. De ironie daarvan is dat zulke academici zich daarmee academisch diskwalificeren.

Jaspers kiest duidelijk positie, wat voor sommigen reden kan zijn om De Stikstoffuik niet als neutraal boek te zien, ondanks zijn neutraliteitsclaim. Hij vertolkt inderdaad niet “het andere kamp”. Vraag is of dat wel zou moeten – dat andere kamp, het linkse eco-kamp, heeft in het maatschappelijke debat al extreem veel ruimte gekregen. Zoveel zelfs dat elk ander geluid als “misinformatie” aanvoelt (maar ai, de zaken liggen wellicht net omgekeerd) en niet meer goed met kritiek omgegaan wordt. Iets wat we momenteel in de hele samenleving zien, maar laten we het stikstofdossier niet nog meer opblazen.

Conclusie

Het boek van Jaspers is zeker een aanrader. Het leest prettig en toont op heldere wijze, en in samenhang, een pad door deze vaak verkeerd begrepen en complexe materie van het stikstofdossier. Blijft staan dat we nog steeds de brug moeten zien te slaan tussen boeren en natuurorganisaties.

En ik moet nodig wat anders gaan doen.

(Mochten er overduidelijk harde fouten in bovenstaande zitten, contacteer me dan; eventuele correcties of aanvullingen kan ik nog wel kwijt. Ik zit momenteel tot over mijn nek in de bestanden en emails, dus soms zie ik wat over het hoofd…)

2023-04-28 23:05 enkele spellingscorrecties, thanks Mireille!

De Stikstoffuik. Arnout Jaspers, 2023.