Furor Teutonicus blog | over | volg | teuto | lyme | archief | doneer | todo
🕰️
  ⬩  
✍️ Evert Mouw
  ⬩  
⏱️ 26 min

De tienduizend gezichten van Siddhartha

Een boekbespreking; tevens een culturele analyse en opinie.

Siddhartha -- Eine indische Dichtung
Hermann Hesse
Erstausgabe Berlin 1922
Ausgabe 1950 Suhrkamp Verlag, Frankfurt
für den Buchclub Ex Libris Zürich

Inleiding

In een kleine boekhandel in Zürich stuitte ik het boekje Siddhartha, van Hermann Hesse. Die naam had ik leren kennen in Ascona, waar we met mensen van de Nederlandse Jung vereniging de locatie van het Eranos gezelschap hadden bezocht. In Ascona was vanaf 1900 ook een soort hippie-achtige beweging actief op Monte Verità, waar ook intellectuelen en kunstenaars aan deelnamen. Dit was een vroege voorloper van de New Age beweging en de hippies van de jaren ’60. De bewegingen staan historisch los van elkaar, met een enkele uitzondering: ook de hippies zouden graag Siddhartha lezen, geschreven door Hermann Hesse, een bezoeker van Monte Verità. Een reisgenoot adviseerde me het boekje te gaan lezen; en zo kwam Siddhartha op mijn leesplank terecht.

Meer dan een half jaar later kwam ik er dan eindelijk aan toe. Mijn Duits is nogal matig, maar lezen gaat me vaak wel goed af. En zeker dit boekje is gemakkelijk te lezen in de oorspronkelijke taal. Geen bombastische lange zinnen, niet al teveel moeilijke woorden – de taal is simpel en de verhaallijn lineair, want de schrijver heeft geen literaire trucs nodig om indruk te maken. Wat een prachtig boekje! In maar weinig pagina’s, zonder hoogdraverij, worden enkele van de lastigste concepten uit het oosters-mystieke denken uit de doeken gedaan.

Het toeval wilde dat mijn vriendin, samen met haar vriendinnen een leesclub of boekenclub vormend, eerder dit jaar ook bedacht om Siddhartha te gaan lezen. Dat gaf aanleiding tot wat leuke gesprekken en enthousiasme. Ik neem meteen maar de vrijheid om hun foto te stelen om te laten zien welke edities er zoal in omloop zijn:

Verschillende edities van Siddhartha

Zelf heb ik ’m dus in het Duits gelezen en dat beviel uiteindelijk toch wel goed, omdat sommige woorden in de vertaling toch nuance verliezen. Soms hanteer ik de door Hermann Hesse gebruikte Duitse schrijfwijze van Vedische termen, zoals “Maja”, en soms een Nederlandse of Engelse notatie, zoals “Maya”. Ik hoop dat het niet stoort.

Ik zal hieronder vooral ingaan op wat mij opviel, namelijk de impliciete kritiek op de industriële, stadse, patriarchale Westerse cultuur van 1922.

In deze discussie ga ik evan uit dat ze lezer het boekje “Siddhartha” inmiddels gelezen heeft. Ik kan het zeker aanbevelen dat te doen. Voor wie daar geen behoefte aan heeft bevat het stukje hieronder, onder het kopje “Bijlage: stukjes uit het boek Siddhartha”, een flink aantal citaten uit het boek die de discussie hieronder ondersteunen.

De leer is geen wijsheid

Het volgen van een leer is zinloos, want wijsheid kun je niet overdragen met woorden, alleen in jezelf ervaren. Die wijsheid heeft te maken met Om, het verdwijnen van tegenstellingen (dualiteit) en het alles laten opgaan in een enkele stroom (non-dualiteit), zodat zelfs de tijd verdwijnt. Dat lukt het best door in de natuur te leven en het leven (de natuur) van dichtbij te voelen en erin op te gaan. Dit komt op mij als passief en berustend over: niet de natuur (industrieel) dwingen en (mis)bruiken, maar er mee in harmonie leven.

Plato zou een “ongeschreven leer” hebben achtergelaten. Zelf vermoed ik dat zijn hoogste leer ook niet op te schrijven was omdat zijn allegorie van de grot impliceert dat het zien van de hoogste Vormen toegang geeft tot een hogere wereld, een wereld die ook meer echt is.

Eenheid, non-dualiteit en de annihilatie van het ego

De eenheid waar Siddhartha over rept is rond. Het sluit alles in, tienduizend gezichten, leven en dood. Het doet me denken aan de Oeroboros, zoals Erich Neumann, een leerling van Carl Jung, deze beschrijft in zijn boek over het ontstaan van het bewustzijn. De oerslang bijt in zijn eigen staart, eet zichzelf steeds weer op, in een cirkel. De nog niet geboren baby in de baarmoeder heeft nog geen besef van tijd, van onderscheid. Pas later gaat de wereld voor hem tijd krijgen, en onderscheid tussen de Grote Moeder en de Grote Vader. De moeder (aarde) komt eerst; de vader en zijn transcendentie (hemel) later. Het jonge, zich nog ontluikende ego-complex loopt steeds het risico weer opgeslokt te worden door de Oeroboros; en die ervaring vind het prettig, het is een gevoel van eenheid, depersonalisatie en het verwijnen van de tijd.

Echter wanneer het bewustzijn zich verder ontwikkelt en zich losmaakt van deze eenheid, dan ook ontstaat er een hogere vorm van kennis die niet talig (in woorden) uit te drukken is. Dit noemden de neoplatonisten de Nous. Het is lastig om het onderscheid te vinden tussen “Om” en “Nous”; beide zijn niet goed met woorden te omschrijven, en beide zijn een vorm van besef van al het bestaande.

Heel anders dan Siddhartha is Woedan (Odin) die zich niet onderwerpt aan de eenheid, maar in plaats daarvan hoog in de lucht vliegt, en vaak in vermomming over de aarde zwerft. De religie van de Germanen leek nogal tegengesteld te zijn geweest aan de opvattingen van Siddhartha; waar de laatste een soort passiviteit voorstond, was de eerste juist zeer gericht op actie. Woedan wist dat hij zou sterven in de Ragnarok, maar desondanks was hij vastbesloten strijdend ten onder te gaan. In de Edda, waar de verhalen van de Vikings in staan, zie je ook dat de schikgodinnen of Nornen Urd, Verdandi en Skuld heten: verleden (oer), heden (het wordende) en de toekomst (schuld). De tijd bestaat voor hen wel, en het lot staat nog niet helemaal vast. Echter net als Siddhartha had ook Woedan het geduldige wachten als een belangrijke positieve eigenschap: een jager moet geduld hebben.

Als voetnoot moet ik er wel bij zeggen dat ook in het Jungiaanse model iemand veel persona’s (en dus ook complexen en wellicht meerdere schaduwen) kan hebben. Het integreren van Persona en Schaduw resulteert in het Zelf, dat groter is dan het ego-complex, en ook verbonden is met de mythen en beelden uit het collectieve onbewuste, en daarmee transpersoonlijk is. De “tienduizend gezichten” zou je ook als tienduizend persona’s (maskers) kunnen opvatten. Hermann Hesse gebruikt het woord “masker” ook in zijn boek. Het is dus mogelijk om zijn boodschap niet te zien als een annihilatie van het ego, maar als een integratie van de Persona en de Schaduw in het transpersoonlijke. Echter door zijn chtonische eenwording met het alles, dat zich ook uit door de blijde acceptatie van de dood door de veerman Vasudeva, en het verliezen van alle eigen identiteit, neig ik ernaar om de ontwikkeling van Siddhartha te zien als een annihilatie of opgaan in de Oeroboros. Daarin word ik ondersteund door het passieve element van zijn eindstaat.

Merk op dat de naam van de wijze oude man, de veerman die mensen over het water brengt, Vasudeva luidt. Vasudeva is een andere naam voor de hoogste god of zijnsvorm.

Ascese

In hoeverre Siddhartha een beeld geeft van het Hindoeïsme is me niet duidelijk. Ik vermoed dat er veel overeenkomsten zijn. De wereld zien als illusie (Maja) en het willen ontsnappen uit het rad van wedergeboorte (Sansara) geeft een passieve, ascetische houding richting de wereld. Aan de andere kant zijn er ook Hindoestaanse heldenverhalen. Ik vermoed dat Siddhartha vooral een goed beeld geeft van een bepaalde stroming of groep binnen het Hindoeïsme; vooral van de Brahmanen en Yogi.

Het Christendom kent ook ascese. YHVH staat niet voor het opgaan in de eenheid, maar zeker in het Nieuwe Testament staat dat gelovigen niet “van deze wereld” zijn. Hier echter is de eenheid dus niet die met de wereld, maar die met God en/of de Heilige Geest. En omdat het Christendom ook wel het Platonisme voor de massa genoemd wordt, zien we bij Plato ook iets dergelijks. Deze wereld mag dan wel niet echt zijn, uit schaduwen bestaan (lijkt op Maya); toch moeten we streven naar de hogere, echtere wereld, door de Wetten te eerbiedigen en al in deze wereld te laten zien dat we een hogere waard zijn. De daimon van Socrates vertelde hem wijsheden van de zonnegod Apollo.

Participation mystique

Een aantal elementen, zoals niet-oordelen en in het moment leven, lijken onderdeel uit te zijn gaan maken van Mindfulness en diverse stromingen in het moderne (spirituele) denken. De vorm van eenheid lijkt die van de Oeroboros waarin het ego (individu) geannihileerd wordt; de passiviteit hoort daarbij omdat voor een actieve houding een sterker ego-complex nodig is.

De participation mystique moet zeker een mooi, helend en heilig gevoel geven; echter de held zoekt de Graal, het hogere in zichzelf dat zich juist ontworstelt aan deze Oeroboros.

The further we go back into history, the more we see personality disappearing beneath the wrappings of collectivity. And if we go right back to primitive psychology, we find absolutely no trace of the concept of an individual. Instead of individuality we find only collective relationship or what Lévy-Bruhl calls participation mystique (Jung, [1921] 1971: par. 12). Wikipedia

Siddhartha heeft veel bewondering voor de Boeddha, maar omdat hij van geen enkele leer de verlossing verwacht, wil hij geen leerling van hem worden. Echte wijsheid kan immers niet in woorden overgedragen worden. De Boeddhistische volgelingen in het boek “streven”, hebben een “leer”, proberen naar iets “hogers” te komen; maar volgens Siddhartha ligt het net voor je, je ziet het niet omdat je te ver weg zoekt; de eenheid met de stroom is er al; je hoeft er als het ware alleen maar aan toe te geven, jezelf los te laten, de stroom moet je omarmen; en dan lacht de stroom, een soort zachte, tevreden lach omdat het leven alles omvat, leven en dood, alle tienduizend gezichten die je allemaal bent.

Klinkt dit mooi? Je verliest zo wel je eigen persoonlijkheid; het ego-complex, de kern van het bewustzijn van het zelf, gaat ten onder in de stroming van dit leven. Het opgeven van jezelf, doelen, leerstellingen, bezit en alles: is het niet bedreigend?

En tegelijkertijd is het zo aantrekkelijk… jezelf oplossen in een participation mystique. Zo af en toe “ondergaan” in de droom, in een meditatieve ervaring van eenheid, in de natuur, kan wel verfrissend werken. De natuur (cyclisch) regenereert.

Dualiteit en psychische ruimte

Ik probeer in het denken over dit onderwerp steeds beide aspecten omhoog houden: beide grote archetypen, twee verlossingswegen: terug naar de Oeroboros (annihilatie van het zelf) of opstijgen boven het Sansara (een soort eeuwige geest worden). Is een combinatie mogelijk? Volgens Erich Neumann ontstaat de psychische ruimte doordat vanuit de Oeroboros twee archetypen zich los maken en de wereld (psychische ruimte) scheppen en begrenzen: de Grote Moeder (aarde) en de Grote Vader (hemel).

In het Taoisme zie je een vergelijkbaar patroon: vanuit het absolute, non-duale Tao ontstaan Yin (vrouwelijk principe, aarde) en Yang (mannelijk principe, hemel). Het dynamische evenwicht tussen die twee kenmerkt onze wereld.

Wil Hermann Hesse dan de psychische ruimte helemaal opheffen? Geschreven in 1922, is dit boekje ook op te vatten als een kritiek op de industriële, patriarchale, Christelijke samenleving van die tijd. Het terugkeren naar een simpel leven in de natuur is precies wat ze op Monte Verità deden. Waar de Grote Moeder verdwijnt, zal het archetype zich in het collectief onbewuste terugtrekken, en van daaruit steeds weer omhoog dringen. Zo zie je in de kerk dat de heilige maagd Maria een belangrijke plek kreeg.

Romantisch verlangen naar de natuur

Die Reformideen auf dem Monte Verità hängen mit der allgemeinen Lebensreformbewegung zusammen, die – inspiriert von Naturheilkunde und Zivilisationskritik – im Mitteleuropa der Jahrhundertwende zahlreiche Anhänger fand. Die Lebensreformbewegung ist als Gegenströmung zur Industrialisierung und Technisierung der damaligen Gesellschaft zu verstehen. Hermann Hesse – Monte Verità (Martin Radermacher, 2011)

Ons reisgezelschap maakte vorig jaar deze foto in ’t bezoekerscentrum van Monte Verità:

Das Volk im heutigen Staat – Das Volk im Zukunftstaat

Echter, de nieuwe “natuurmensen” waren vaak intellectuelen, kunstenaars en anderen afkomstig uit de gegoede klasse. Het werken in en met de aarde was voor hen geen manier om te overleven, maar een manier om te ontsnappen aan een wereld die hen benauwde.

Im Herbst 1900 brach eine Gruppe von Gleichgesinnten um Henri Oedenkoven, Ida Hofmann, Gustav Gräser und dessen Bruder Karl in die Schweiz auf, um an den großen Seen südlich der Alpen einen geeigneten Platz für eine vegetarische Naturheilanstalt zu finden. Der belgische Bankierssohn Henri Oedenkoven (1875–1935) und die Musiklehrerin und Pianistin Ida Hofmann (1864–1926) waren die Köpfe der Gruppe. Hermann Hesse – Monte Verità (Martin Radermacher, 2011)

Echte natuurmensen leven in en van de natuur; die kunnen zich zelden de luxe permitteren om eiwitrijk vlees af te zweren. Bovendien komt het niet in hun hoofd op. De verwilding, een soort afwijzing van de cultuur, is niet hetzelfde als een harmonieuze samenhang tussen natuur en cultuur.

Het romantische verlangen terug naar een natuurlijke staat zien we niet alleen bij Hermann Hesse. In Duitsland zouden de Nazi’s het ideaal overnemen. Later namen de “groenen” het verder over, zoals in Nederland GroenLinks dat momenteel doet. In alle gevallen, zowel bij Nazi’s als GroenLinks, zie je een aanval op de Logos. Ik heb eerder iets geschreven over Fidus en onnatuurlijke romantici. De wetenschapsjournalist Rypke Zeilmaker schrijft van alles rond dit thema op zijn weblog Interessante tijden: Ecologie voor de 21ste eeuw.

De Indo-Arische achtergrond

Terug naar de indische Dichtung. Om het boekje beter te begrijpen is het handig om de historische context te kennen, en enkele concepten van het Hindoestaanse wereldbeeld.

Ooit veroverden de zgn. Indo-Iraanse of Arische stammen Iran en India. Hun taal en religie was vrijwel identiek. Later zou dat uit elkaar gaan groeien. De goden of titanen of grote helden waren eerst Asura of Ahura. Die konden de wereld beïnvloeden met Maya, een soort magische gedachtenkracht of scheppende kracht. Dat kon ten goede en ten kwade gebruikt worden. De ordening van de wereld werd in stand gehouden door Rta, een hoger ordenend principe en kracht die boven de Maya stond.

Deze stammen geloofden dat de mens een onsterfelijke ziel had, die ofwel in een hiernamaals zou komen na de dood, of zou reïncarneren. Het Boeddhisme ontkent het bestaan van een onveranderlijke Atman of ziel. Een deel van je reïncarneert wel, maar het is niet onveranderlijk. Deze leer wordt Anatta genoemd. Siddhartha heeft geen interesse voor de leer van Boeddha, hoewel hij hem wel erkent als iemand die het hoogste bereikt heeft.

In India (Meden en Perzen) zou Zoroaster later een monotheïstische godsdienst invoeren, waarin de belangrijkste god, Ahura-Mazda, vereerd werd. Hier op aarde wordt een strijd tussen goed en kwaad gevoerd. De priesters werden ook wel Magi of Magas of Magoi genoemd. Enkele van die Magi duiken op in het Evangelie, als ze eerbewijzen en geschenken komen brengen bij de pasgeboren Jezus.

Echter in India verloren veel Asura hun hoge status; de zgn. Devi namen de macht over. Ook Maya kreeg een slechte naam, omdat die vooral misbruikt werd door de Asura. Bovendien was het zaak de eigen Atman te ontdekken, je echte ziel, dat in verband stond met de grote Brahman. Maya werd steeds meer als illusie gezien; en omdat deze tastbare, vergankelijke wereld gemaakt is door middel van Maya, werd ook de gewone wereld verdacht. Heiligen probeerden door te vasten en oefeningen te doen (ascese en meditatie) hun gehechtheid aan deze wereld te overwinnen. En toch wisten ze wel dat het bijna niet ging; je kunt niet met je niet-echte, afgesplitste, vergankelijke gedachten komen op de plek van het onvergankelijke, niet-afgesplitste Atman. Zelfs de tijd zelf is Maya, zoals het verhaal van Krishna en Narada laat zien.

Siddhartha is dit dan toch uiteindelijk gelukt, door te leren van de Atman van het stromend water.

Ook al is dit mooi: bedenk je eens hoe het zou zijn als alle mensen zo zouden gaan leven! Binnen het Hindoeïsme is daarom Dharma ook een belangrijk principe: je moet je immers houden aan de Rta, zelfs binnen de wereld van Maya, omdat ook Maya ondergeschikt is aan Rta. Bovendien leven doorgaans alleen mensen van de Brahmanenkaste zo’n ascetisch en soms eenzaam leven. De andere kasten zijn nodig voor een gezonde sociale structuur.

Hermann Hesse maakt dit voorbehoud niet zo duidelijk. Zelf heeft hij drie huwelijken gehad, alle drie eindigend met een scheiding; dus ook in zijn privéleven lijkt hij zich weinig gelegen aan de structuur en ordening die men de schepper, de Brahman, verplicht is. De beweging op Monte Verità was dan ook een beweging voor en door mensen die een oude, dwingende structuur wilden ontvluchten, en als bohémiens wilden leven. Dat kan niet voor iedereen, en is ook niet geschikt voor iedereen. Winst is het wel als een samenleving het voor een groep mensen mogelijk maakt om, eventueel tijdelijk, zo te leven, en zo nieuwe dingen te ervaren. Die ruimte is er, dankzij mensen als Hermann Hesse, nu wel meer gekomen.

Pseudo-oosterlijke mystiek rukt op

Toch moeten we m.i. waken voor een te grote “veroosterlijking”. Zo heeft de “rechtse hippie” Rypke Zeilmaker op zijn weblog een aardig artikel over de opkomst van op Oosterse godsdiensten gebaseerd gedachtengoed, zelfs op gebieden als landschapsbeheer. Aanbevolen!

Op zijn blogpost heb ik als reactie gegeven dat het goed mogelijk is dat we de gemakkelijke en aantrekkelijke aspecten van oosterse religies overnemen, maar dat we de hardere, ascetische en hogere elementen voor ’t gemak maar overslaan. Ik schreef:

Er zitten ook elementen in het oosterse denken die een sterk beroep doen op zelfbeheersing. Denk aan het ascetisme en de zelfoverwinning van de yogi’s, en de geestelijke zelfbeheersing die door boeddhistische monniken wordt nagestreefd. De zenboeddhistische Samurai kun je ook moeilijk beschuldigen van zwakte. Een theorie die soms omhoog komt luidt dat het hoogtepunt van de oosterse religies al een poos terug plaats heeft gevonden, en dat er nu een soort verzwakte versie overgebleven is.

Dat laatste was een conclusie van Julius Evola in zijn boek Ride the Tiger.

Waarom willen we vooral het gemakkelijke deel? Mijn gedachten daarover gaf ik ook. In ’t kort:

Ik denk dat Weber’s theorie over de onttovering, en de verstedelijking en neurotisering en feminisering van onze cultuur, plus het trauma van de beide wereldoorlogen, samen een beter verklaring geven. E.e.a. volgt heel aardig het model van Erich Neumann, leerling van Jung; een soort regressie van het (collectieve) bewustzijn richting de Oeroboros, waar geen tijd of onderscheid bestaat, en waar mensen het prettig vinden om zichzelf te annihileren in het Grote Alles. In dat verband spreekt Neumann ook wel over zelf-castratie, een zich vrijwillig laten ontmannelijken. De Grote Vader (archetype) zit in de hemel, de Grote Moeder (archetype) is de aarde; de ruimte ertussen de psychische ruimte. Waar we collectief psychologisch nu heen bewegen lijkt me duidelijk.

Door onze technologische samenleving staan we ver van de natuur en onze eigen biologie (Grote Moeder). Bijv. veel feministen hebben moeite met het onderkennen van de invloed van hormonen. Tegelijkertijd is de Grote Vader er niet meer; Nietzsche had het over “de dood van God”, en over de bloedspetters aan de muur, waar wij, de moordenaars, nog een prijs voor moesten betalen. Kortom, de psychische ruimte wordt kleiner. Angsten voor grote krachten buiten onszelf maken ons bang, laat ons vluchten naar het grote collectief waar we onszelf moeten ontkennen: klimaatangst.

Een Westers alternatief

Dion Fortune (Violet Mary Firth), een Britse psychoanalitica, occultiste, en christelijke mystica, was een vroege geïnteresseerde in de Oosterse religies. Zo bestudeerde ze Yoga. Echter, ze vond de Oosterse methoden niet geschikt voor het Westen:

The Eastern Tradition, and those organisations that derive from it, inculcate a strict vegetarianism, both on psychic and humanitarian grounds. The Western Tradition does not. The effect of a vegetarian diet is greatly to increase the sensitiveness of the nervous system and thereby render easier the perception of subtle forces. The drawback to the use of this sensitising method in the West is that the resulting sensitiveness unfits for the rush and drive of urban life, and unless seclusion can be secured, the subject is very apt to become neurasthenic and to suffer from neuritis, neuralgia, sciatica, nervous dyspepsia, and similar complaints.
The initiate of the Western Tradition overcomes his comparative lack of sensitiveness, and also the density of the atmosphere in which he has to work, by concentrating the forces by means of ceremonial. It is exceedingly difficult to obtain definite results in Europe without the use of ritual. One thing is quite certain, however, the person who means to employ the concentrating rituals of the Western Tradition must not at the same time follow the sensitising regime of the Eastern Discipline. Each is effective in its own way and sphere, but it is fatal to mix them. The sensitised person will be completely “bowled over” by the forces generated in a ceremonial working.
(Dion Fortune, The Training and Work of an Initiate, 1930).

Haar advies voor het Westen was dan ook niet het soort passieve, zeer geduldige, love-cult leven dat Hermann Hesse ons lijkt aan te bevelen. Ze schrijft:

And again, if there were no strong hand at the service of good in the world, evil would multiply. […] There is a place where patience becomes weakness and wastes the time of better men, and when mercy becomes folly and exposes the innocent to danger. The policy of non-resistance to evil can only be pursued satisfactorily in a well-policed society; it has never been tried with success under frontier conditions. […] But, equally, we must remember that civilisation rests upon Nature as a building rests upon its foundations, wherein is concealed the sanitation so necessary to health. (Dion Fortune, The Mystical Qabala, 1935, Geburah 12)

En zo geeft ook zij de uitweg naar de natuur en onze biologie als basis, en als plek van herstel en gezondheid, zowel geestelijk als lichamelijk als sociaal. Haar systeem was een mix van klassieke filosofie, Christendom, oude heidense denkbeelden, en ervaringen uit haar werk als psychoanalitica.

The different pantheons of the great cosmic faiths, Egyptian, Greek, or Christian, represent the symbol-systems wherein the abstract truths taught by their Founders, the Sons of God, are enshrined. The Christian is a very abstract system; it has been far less anthropomorphised than most of the others. In Christianity, therefore, we see a very spiritual presentation of the One Truth, and for its full apprehension a very highly developed spiritual intuition is necessary. (Dion Fortune, The Training and Work of an Initiate, 1930).

One Truth. Mogelijk kan de lezer daar iets mee. Zelf ben ik, zoals gezegd, nog wat aan het zoeken; zowel de Om als de Nous heb ik misschien ergens achter een sluier zien bewegen, maar hun ware gedaante is aan me voorbijgegaan. Misschien is dat ook beter voor op dit moment.

Bijlage: stukjes uit het boek Siddhartha

Spoiler alert!

{p.51} De Brahmaan Siddhartha wordt een koopman. Zou dat echt mogelijk geweest zijn in het starre kastenstelsel dat er destijds was? Dit leest vooral als een constructie die de schrijver hanteert om zijn verhaal mogelijk te maken. In ieder geval levert het zeker een mooie vertelling op.

{p.52} Ich kann denken. Ich kann warten. Ich kann fasten. Dit is wat Siddhartha geleerd heeft bij een groep ascetische Brahmanen. Het doet wat passief aan, maar bevat zeker elementen die meer bij priesters en krijgers horen dan bij koopmannen. Toch zal Siddhartha laten zien dat deze eigenschappen ook nuttig kunnen zijn op andere vlakken. De koopman stelt een goede vraag aan Siddhartha: So hast du vom Besitz anderer gelebt. Bedelmonniken doen dat inderdaad; eerder al gebruikte ik het woord “passief”. Het antwoord dat Siddhartha geeft kwam op mij wat onbevredigend over, maar in het verhaal van Hermann Hesse is de koopman er enthousiast over.

{p.59} Nicht alle Menschen sind klug … nicht daran liegt es. Kamaswami ist ebenso klug wie ich, und hat doch deine Zuflucht in sich. Andre haben sie, die an Verstand kleine Kinder sind. Die meisten Menschen, Kamala, sind wie ein fallendes Blatt, das weht und dreht sich durch die Luft, und schwankt, und taumelt zu Boden. Andre aber, wenige, sind wie Sterne, die gehen eine feste Bahn, kein Wind erreicht sie, in sich selber haben die ihr Gesetz und ihre Bahn. Unter allen Gelehrten und Samanas, deren ich viele kannte, war einer von dieser Art ein Vollkommener, nie kann ich ihn vergessen. Es ist jener Gotama, der Erhabene, der Verkünder jener Lehre. Tausend Jünger hören jeden Tag seine Lehre, folgen jeder Stunde seiner Vorschrift, aber sie alle sind fallendes Laub, nicht in sich selbst haben sie Lehre und Gesetz. Dus de meeste mensen dwarrelen maar wat, maar sommige mensen kiezen hun eigen koers, alsof het sterren aan de hemel zijn. Dit is niet passief, niet een opgaan in de massa.

{p.68} Spielten sie nicht ein Spiel ohne Ende? War es notwendig, dafür zu leben? Nein, es war nicht notwendig! Dieses Spiel hieß Sansara, ein Spiel für Kinder, ein Spiel, vielleicht hold zu spielen, einmal, zweimal, zehnmal – aber immer und immer wieder? Het steeds weer opnieuw gevangen blijven in het rad van wedergeboorte (Sansara) is niet wat hindoe’s zoeken. Liever stijgen ze daar bovenuit, bereiken ze het Nirvana.

{p.86} Merh aber, als Vasudeva ihn leren konnte, lehrte ihn der Fluß. Von ihm lernte er unaufhörlich. Vor allem lernte er von ihm dat Zuhören, das Lauschen mit stillem Herzen, mit wartender, geöfneter Seele, ohne Leidenschaft, ohne Wunsch, ohne Urteil, ohne Meinung. Dit lijkt wel iets op de moderne “spiritualiteit” en Mindfulness. Geen wensen, geen oordeel. Dat leert hij van het de (water)stroom, de beek of het riviertje. Hij leert van die waterstroom ook dat de tijd niet echt bestaat: daß es keine Zeit gibt … daß der Fluß überall zugleich ist, am Ursprung und ander Mündung, am Wasserfall, an der Fähre, an der Stromschnelle, im Meer, im Gebirge, erall, zugleich, und daß es für ihn nur Gegenwart gibt, nicht den Schatten Zukunft? … da sah ich mein Leben an, und es war auch ein Fluß … Es waren auch Sihharthas frühere Geburten klein Verhangenheit, und sein Tod und seine Rückkehr zu Brama keine Zukunft. Nichts war, nichts wird sein; alles ist, alles hat Wesen und Gegenwart. Oftewel, de tijd is een illusie, alles is tegelijk bestaand, alles is in het heden (nu). Wat ik me dan afvraag: als alles in het nu besloten is, als alles van begin tot eind al bestaat, kunnen mensen dan nog wel echt eigen keuzes maken? Het zo vaststaande model lijkt me deterministisch. Zo zonder tijd, zonder verleden en toekomst, dat lijkt me bijna een vlucht van de wereld, los van de wereld. Is de wereld nog wel de onze zonder tijd?

{p.87} der Fluß hat viele Stimmen, sehr viele Stimmen? Hat er nicht die Stimme eines Königs, und eines Kriegers, und eines Stieres, und eines Nachtvogels, und einder Gebärenden, und eines Seufzenden, und noch tausend andere Stimmen? … alle Stimmen der Geschöpfte sind in seiner Stimme. … Und weißt du, welches Wort er spricht, wenn es dir gelingt, alle seine zehntausend Stimmen zugleich zu hören? … das heilige Om Alle stemmen, alle schepsels komen samen in het woord “Om”. Alles is in Brahman, en Brahman is de essentie van jezelf, zo lijkt het. die Stimme des Lebens, die Stimme des Seienden, des Ewig Werdenden. Het eeuwig wordende, dat doet denken aan Verdandi, de norne (schikgodin) van het huidige. Maar waar de Vikingen ook Urd (verleden) en Skuld (toekomst; schuld aan wat nog moet komen) hadden, lijkt hier alleen Verdandi een rol te spelen.

{p.93} ich hörte dem Flusse zu. Viel hat er mir gesagt, tief hat er mich mit dem heilsamen Gedanken erfüllt, mit dem Gedanken der Einheit. Weer die eenheid.

{p.96} wird er nicht sich an Lust und Macht verlieren, wird er nicht alle Irrtümer seines Vater wiederholen, wird er nicht vielleicht ganz und gar in Sansara verlorengehen? Hier zien we dat lust en macht, de wereld, geassocieerd worden met Sansara, het rad van wedergeboorte waaruit je moet zien te ontsnappen.

{p.104} Nichts fehlte ihnen, nichts hatte der Wissende und Denker vor inhen voraus als eine einzige winzige kleine Sache: das Bewußtseis, den bewußten Gedanken er Einheit alles Lebens. Opnieuw eenheid.

{p.105} Ja, es war es, es kam alles wieder, was nicht bis zu Ende gelitten und gelöst ward, es wurden immer wieder diesselben Leiden gelitten. Een mooi stukje dat laat zien dat wat niet opgelost wordt, steeds weer terugkeert. Bewust doorleven en integreren is het alternatief voor het steeds herhalen.

{p.108} … vielen Stimmen im Fluß … nicht mehr unterscheiden … Schrei des Zorns und Stöhnen der Sterbenden … alles zusammen … das Ganze, die Einheit … Om: die Vollendung Nu wordt het wel heel duidelijk dat de eenheid van alles als ideaalbeeld wordt gehanteert in het boek.

{p.109} In dieser Stunde hörte Siddhartha auf, mit dem Schiksal zu kämpfen, hörte auf zu leiden. Dus door je niet meer tegen het (nood)lot te verzetten, hou je op met lijden. Opnieuw klinkt dit passief en deterministisch.

{p.111} Suchen heißt: ein Ziel haben. Finden aber heißt: frei sein, offen stehen, kein Ziel haben. Hier wordt de lezer aangemoedigd om niet ergens naar op zoek te gaan, niet te streven, maar om zichzelf in vrijheid te plaatsen. Het is weer passief, een opgaan in en openstaan voor de eenheid.

{p.112} daß du nicht einem Lehrer gefolgt bist. … Weisheit ist nicht mitteilbar. Weisheit, welche ein Weiser mitzuteilen versucht, klingt immer wie Narrheit. Alles en iedereen kan je leraar zijn, maar een leraar kan nooit wijsheid overbrengen, enkel kennis.

{p.113} eine Warheit läßt sich immer nur aussprechen und in Worte hüllen, wenn sie einseitig ist. Einseitig ist alles, was mit Gedanken gedacht und mit Worten gesagt werden kann, alles einseitig, alles halb, alles entbehrt der Ganzheit, des Runden, der Einheit. De eenheid is rond, en includeert alle tegenstellingen. Waarheid laat zich niet beschrijven met woorden, het gaat aan de taal vooral. Dit doet me ook denken aan de Nous van de neoplatonisten, hoewel dat me toch een echt ander concept lijkt (hieronder meer). Es scheint ja so, wil wir in der Täuschung unterworfen sind, daß Zeit etwas Wirkliches sei. Zeit is nicht wirklich, Govinda, ich habe dies oft und oft erfahren. Und wenn Zeit nicht wirklich ist, so ist die Spanne, die zwichen Welt und Ewigkeit, zwischen Leid und Seligkeit, zwischen Böse und Gut zu liegen scheint, auch eine Täuschung.

{p.114} De tekst gaat verder richting een bewieroking van het verlies van onderscheidend vermogen, richting niet-handelen en niet-ego. alle Sünde trägt schon die Gnade in sich, alle kleinen Kinder haben schon den Greis in sich, alle Säugerlinge den Tod, alle Sterbenden das ewige Leben. … Es gibt in tiefen Meditation die Möglichkeit, die Zeit aufzuheben, alles gewesene, seiende und sein werdende Leben als gleichzeitig zu zehen, und da ist alles gut, alles vollkommen, alles ist Brahman. Deze versmelting en verdwijning van dualiteit geeft het ervaren van Brahman, de eigen innerlijke kern.

{p.115} Früher nun hätte ich gesagt: Dieser Stein ist bloß ein Stein, er ist wertlos, er gehört der Welt der Maja an: aber weil er vielleicht im Kreislauf der Verwandlungen auch Mensch und Geist werden kann, darum schenke ich auch ihm Geltung. Maja is hier de illusie, de niet-echte wereld. Maar Siddhartha komt tot de overtuiging dat ook stenen tot de kringloop, tot de eenheid behoren.

{p.117} Auch bij ihm, auch bei deinem großen Lehrer, ist mir das Ding lieber als die Worte, sein Tun und Leben wichtiger als sein Reden … Nicht im Reden, nicht in Denken sehe ich seine Größe, nur in Tun, im Leben. Oftewel, niet de leer maar het leven. Opnieuw is dit een vraagteken stellen bij een leer, en daar tegenover het leven zelf stellen.

{p.118} De vruchten van deze houding blijken te zijn: alles in ihm strahlt eine Reinheit, strahlt eine Ruhe, strahlt eine Heiterkeit und Milde und Heiligkeit aus En weer zien we passieve eigenschappen: rust en mildheid.

{p.120} alle diese Gestalten und Gesichter ruhten, flossen, erzeugten sich, schwammen dahin und strömten ineinander, und über alle war beständig etwas Dünnes, Wesenloses, dennoch Seiendes, wie ein dünnes Glas oder Eis gezogen, wie eine durchsichtige Haut, eine Schale ode Form oder Maske von Wasser, und diese Maske lächelte Alle gezichten, alle maskers smelten samen, zijn eigenlijk niet substantieel want ze zijn doorzichtig. Dit is het verlies van de individualiteit in de eenheid.


Deze blogpost werd in december 2022 overgezet van WordPress naar een methode gebaseerd op Markdown; het is mogelijk dat hierbij fouten of wijzigingen zijn ontstaan t.o.v. de originele blogpost.