Furor Teutonicus blog | over | volg | teuto | lyme | archief | doneer | todo
🕰️
  ⬩  
✍️ Evert Mouw
  ⬩  
⏱️ 5 min

Verfbommen voor minister Leers — politiek extremisten blijven actief

Begin deze maand gaf ik in Extremisme: wat is dat? deze definitie van politiek extremisme in Nederland:

Voor de Nederlandse (democratische) rechtsstaat ben je een extremist als je, om je politieke of ideologische doelen te verwezenlijken, onze wetten wilt overtreden.

In de Telegraaf van gisteren (2012-10-19, pag. 9) werd gemeld hoe minister Leers (CDA) het slachtoffer werd van verfbommen tegen de achterkant van zijn huis en van bedreiging door de groep “Geen bloed aan mijn handen”. Volgens hetzelfde artikel werden kabinetsleden van andere partijen al eerder slachtoffer van zulk links-extremisme. Genoemd werden Kosto (PvdA), Verdonk (VVD) en Wilders (PVV). Een dag eerder al was een kortere versie van het artikel online geplaatst.

In Extremisme: wat is dat? gaf ik voorbeelden van politieke organisaties in Nederland — doorgaans van extreem-linkse signatuur — die in naam van hogere idealen lak hebben aan de wet en aan de democratie (want: aan de bij meerderheid vastgestelde wetten). Ik noemde o.a. AFA, KAFKA, en XminY. Sinds kort hoort daar ook de anarchistische groep “Geen bloed aan mijn handen” bij.

Voor de AIVD is dit al een poosje bekende kost; de veiligheidsdienst geeft al een poosje aan dat rechts-extremisten nauwelijks een deuk in een pakje boter slaan en getalsmatig ook niet significant zijn, maar dat het links-extremisme nog steeds tamelijk actief is. Het blijkt echter lastig om het probleem doeltreffend aan te pakken. Ongetwijfeld speelt daarbij ook een rol dat veel politici vooral bang zijn voor rechts-extremisme, en dat er toch vaak begrip is voor extreem-links vanwege de “idealen”. Zulk begrip staat m.i. op gespannen voet met onze democratische rechtsorde. Ik heb waardering voor de mensen die de nadelen van de democratie noemen, maar zie op middellange termijn nog niet zo snel een beter systeem. Het zou politici en opinieleiders sieren voor the time being maar het beste te maken van de democratische rechtsstaat.

Een goede aanvulling (reactie) op mijn eerdere artikel kwam van Jules, die ook corruptie een probleem noemde. Corruptie zal ongetwijfeld juist bij de grote partijen meer voorkomen. Zie ook mijn reactie op Jules.

Reactie

✉ Jules op 2012-10-21

Zowel links- als rechts-extremisme brengt gevaarlijke gekken voort die als individu de rechtsorde denken te kunnen ondermijnen, maar die vervolgens ook als individu berecht en veroordeeld worden. (Denk hierbij aan de van der G’s en Breiviks.) Dit is treurig, maar behapstukbaar. We kunnen de daden immers toeschrijven aan een persoon en de verklaring zoeken in zijn verstoorde wereldbeeld of persoonsontwikkeling. Zoiets geldt min of meer ook voor de corrupte bestuurder uit mijn eerdere bericht. Ook die kun je ontmaskeren, uit zijn ambt zetten en indien nodig strafrechtelijk vervolgen.

Extreem gedachtengoed en de bereidheid tot extremistische actie, worden een groter maatschappelijk probleem, als groepen zich ermee gaan associëren. Voor die groepen geldt dan immers dat ze vinden dat hun denkbeelden niet voldoende voor het voetlicht gebracht kunnen worden met de mogelijkheden die bestaan binnen de bestaande maatschappelijke orde. Dit kan zijn omdat een regime bepaalde gedachten verbiedt of als taboe afschildert (denk aan Islamitisch extremisme in voormalige koloniën, of het separatisme in delen van Spanje). Maar (helaas) ook omdat mensen zich slecht laten informeren of beïnvloedbaar zijn door slechte informatiebronnen of charismatische personen. Voor de vormen van extremisme die we in ons land tegenkomen, geldt veelal dat ze tot deze laatste categorieën behoren.

De reden dat rechts-extremisme momenteel voor weinig dreiging zorgt in Nederland, heeft mijns inziens twee oorzaken. Op de eerste plaats zijn veel van hun traditionele stokpaardjes door mensen als Bolkestein, Fortuyn en Wilders uit de taboesfeer losgeweekt. Je mag tegenwoordig publiekelijk verklaren dat je niet-westerse denkbeelden als bedreigend ziet en je mag die (zolang je het niet te opvallend doet) koppelen aan groepen met een bepaalde etnische achtergrond. Rechts-extremen moeten zich dus hergroeperen en op zoek naar nieuwe stokpaardjes. Wat ze hierbij niet helpt is dat er binnen hun eigen gelederen sprake is van een groot schisma: “Zijn we voor of tegen de Joden?” De tweede oorzaak is dat rechts-extremisme traditioneel vooral opkomt in economisch zwakkere gebieden en navolging vindt bij lager-opgeleide en/of minder kansrijke individuen. Ze zijn dus gemakkelijker in een hoekje te houden en te zetten. Voeg daarbij het gebrek aan leiderschap en je houdt weinig organisatie en daarmee weinig palpabele dreiging over. Toch zijn er in bijvoorbeeld Duitsland echt wel plekken waar je als Somaliër niet veilig over straat kunt. De voorvallen blijven echter incidenten.

Links-extremisme heeft het een stuk eenvoudiger. Veel van waarvoor ze staan, wordt de afgelopen tijd - onder druk van de economische realiteit - van de politieke agenda gehaald. De maatschappij ziet ze grosso modo als luxe en verfraaiing. Links-extremisten voelen zich echter gesteund door het feit dat veel burgers veel van hun standpunten niet als extreem zien, louter sommige acties zijn mogelijk extremistisch. Er zijn dus weinig nog levende extreem-linkse ideeën, slechts extremistisch handelen. Dit maakt het veel eenvoudiger om elkaar te vinden en acties te organiseren omdat je elkaar kunt ontmoeten op volkomen legale plekken waar vrijwel niemand met een schuin oog naar kijkt. Daarbij kunnen links-extremistische acties vaak op sympathie rekenen. Ze richten zich zelden op burgers, maar vaak op corporaties, overheden of bewindslieden. Simpel gesteld: rechts-extremisten voeren pogroms, links-extremisten bestormen de Bastille of blokkeren een walvisvaarder. Het eerste wordt publiek veroordeeld als een misdrijf, het tweede bejubeld als een heldendaad.

In de publieke opinie is dus sprake van een morele classificatie van de respectievelijke actiemiddelen. Links-extremisme wordt gezien als David tegen Goliath, rechts-extremisme vaak eerder als het omgekeerde. Heldenmoed versus lafheid.

✉ Evert Mouw op 2012-10-2

@ Jules: mooi stukje tekst. Je reactie overtreft mijn artikeltje 😉 Ja, ik denk dat je de spijker op de kop slaat. Ik denk wel dat de sympathie van de publieke opinie een heel klein beetje van links naar rechts aan het schuiven is, wat je ook ziet aan de door jou genoemde politieke agenda. Of misschien is het publieke geduld voor alle vormen van activistisch extremisme wel minder geworden. Dat is aan de ene kant goed (voor onze democratische rechtsorde), maar misschien ook wel wat braaf en burgerlijk, saai zelfs. Tegenstrijdige gevoelens.


Deze blogpost werd in december 2022 overgezet van WordPress naar een methode gebaseerd op Markdown; het is mogelijk dat hierbij fouten of wijzigingen zijn ontstaan t.o.v. de originele blogpost.